In december 2017 was al duidelijk geworden dat de nieuwe wetgeving ter vervanging van de Wet DBA nog bijna 2 jaren op zich zal laten wachten. Die aankondiging heeft tot moties geleid waarin de regering is verzocht al eerder, namelijk voor 1 januari 2019, het begrip gezagsverhouding en de afspraken zoals genoemd in het regeerakkoord te verduidelijken. Bovendien is gevraagd de mogelijkheid van uitbreiding van de handhaving van de wet DBA te onderzoeken.

Er wordt aangegeven dat het wetgevingstraject een complexe operatie zal worden, aangezien er aanpassingen in het arbeidsrecht, het fiscaal recht en het socialezekerheidsrecht nodig zijn, maar men acht inwerkingtreding per 1 januari 2020 haalbaar.

Ook wordt gemeld dat de op dit moment geldende handhavingsmoratorium verder zal worden verlengd tot 1 januari 2020. Maar in verband met de toenemende onvrede over mogelijke schijnzelfstandigheid, vooral aan de onderkant van de markt, wordt de groep kwaadwillenden vanaf 1 juli 2018 wel uitgebreid. Vanaf laatstgenoemde datum wordt niet langer alleen gehandhaafd bij de ernstigste gevallen van kwaadwillenden, maar ook bij andere kwaadwillenden. Dit betekent dat de Belastingdienst handhavend zal optreden als bewezen kan worden dat sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking, evidente schijnzelfstandigheid en opzettelijke schijnzelfstandigheid (cumulatieve vereisten).